This article is only available in Dutch

Mediaorganisaties maken in toenemende mate gebruik van kunstmatige intelligentie. Bij de ontwikkeling daarvan ontbreekt het aan ethische kaders en richtlijnen, blijkt uit onderzoek van meerdere mediaorganisaties en de Hogeschool Rotterdam. Ethische beslissingen worden vaak door technici en ontwikkelaars op basis van gevoel gemaakt. Het gebruik van kunstmatige intelligentie heeft zo’n vlucht genomen dat HR-onderzoeker Oumaima Hajri pleit voor een innovatiepauze om eerst eens wat fundamentele vragen te beantwoorden.

Het gebruik van kunstmatige intelligentie neemt toe. Dat zet het hoger onderwijs en de brede samenleving voor fundamentele en ethische vragen, bleek onlangs tijdens een symposium over praktijkgericht onderzoek bij de Hogeschool Rotterdam. Ook de mediawereld gebruikt steeds meer kunstmatige intelligentie en ook daar zet het organisaties voor vragen – bijvoorbeeld op het gebied van ethiek.  

Daarom begonnen onderzoekers van de Hogeschool Rotterdam een jaar geleden samen met onderzoekers van de HvA en de HU met een onderzoek naar verantwoorde toepassingen van kunstmatige intelligentie in mediaorganisaties. Aan dat tweejarige onderzoek, mogelijk gemaakt door een RAAK-subsidie van Regieorgaan SIA, doen verder vier mediaorganisaties en netwerkorganisatie Media Perspectives mee. Tijdens de Dutch Media Week werden vanuit Beeld & Geluid in Hilversum de eerste resultaten gepresenteerd.  

Read more at ScienceGuide.nl: ‘Gebrek aan ethische kaders voor AI bij mediaorganisaties is problematisch’